Illegale onderverhuur is niet alleen vervelend voor huurders, maar ook voor gemeenten, plaatsen en steden. Zo werd in 2019 bekend dat naar schatting tussen 10 tot 20 procent van de 186.000 huurwoningen in Amsterdam illegaal wordt verhuurd. Dat werkt zo: een hoofdhuurder huurt een woning bij een woningcorporatie. Zonder toestemming en medeweten van de woningcorporatie, wordt het huis onderverhuurd. De woningcorporatie ziet dat als fraude. Zeker als de hoofdhuurder ook nog eens huurtoeslag claimt, terwijl hij niet op dit adres woont. De hoofdhuurder ontvangt dan én ten onrechte toeslag, én ontvangt ten onrechte geld voor de verhuur, én houdt ten onrechte een woning bezet.
Het grootste probleem is dat mensen die recht hebben op een huurwoning, deze niet kunnen krijgen als er illegaal wordt onderverhuurd. Illegale onderverhuurders zorgen ervoor dat de woningen bezet blijven. Ze strijken ten onrechte het geld op. In een woningmarkt waar er toch al te weinig (sociale) huurwoningen zijn, is dat bijzonder ongewenst. Onderverhuur draagt bij aan het dichtslibben van de huurmarkt. Woningcorporaties moeten steeds harder werken om het probleem aan te pakken. Ze vinden het oneerlijk en spreken van huurfraude. Het kost de woningcorporaties geld om afdelingen op te richten om illegale onderverhuur van hun woningen aan te pakken.